De kopzorgen van een triatleet (1)

De gemiddelde triatleet kent kopzorgen, twijfelt wel eens en heeft, naast het sporten, vaak veel aan zijn hoofd. Maar wat nu als het letterlijke het figuurlijke passeert en de kopzorgen zich verplaatsen naar teveel ín je hoofd hebben in plaats van áán je hoofd?

Ik ben Hylke Sietzema. Hobbymatig triatleet, professioneel coach & ondernemer, papa van Karsten (3) en heb teveel in m’n hoofd. Niet ongunstig wanneer het gezond verstand betreft, wel wanneer het een tumor betreft ter grote van een golfbal, tegen je hersenstam. Jarenlang hield ik dit bij mezelf en mijn naasten. Maar waarom? Er is tenslotte al teveel opgekropt in m’n hoofd en bij de sporters die ik er wel over heb verteld wordt het positief ontvangen en zij halen vaak inspiratie uit het verhaal.

Dus dat ga ik doen. Bloggen. Volgers inspireren, meenemen in het verhaal, de tranen, de bizarre en soms humoristische momenten die het met zich meebrengt en natuurlijk: het trainen met kopzorgen naar een prachtig Nederlands triathlonfeest: de 5e editie van de Frysman op 6 juli 2019. Daar het coach- en trainersbloed door de aderen stroomt neem ik de lezers mee in de fysieke voorbereiding, de inhoudelijke trainingen, periodisering en geef ik tips en inspiratie voor iedereen die zich op zijn of haar triathlondroom wil voorbereiden in de toekomst of er middenin zit. Tot en met twee weken na de Frysman kom ik iedere ca. twee weken met een nieuwe blog.

Vind ik het eng? Doodeng! Maar wanneer iedereen het enge zou mijden bestond er geen triathlon.

Van alles naar…teveel?

Het is december 2014 als blijkt dat mijn vriendin, Petra, in verwachting is van ons eerste kindje. Eind juli 2015 zal het gaan gebeuren, ik word papa! De papa’s en niet papa’s kennen dat wel; nooit mee bezig, dat is niet stoer. Kinderen? Nog niet voor mij. Tot het zover is! Ineens vind je de innerlijke softy in jezelf en sta je reikhalzend naar veel te dure babyfrutsels te kijken in de baby groothandel.

De innerlijke triatleet tikt me aan vanaf de andere schouder en fluistert in m’n oor: hé coach, als je zelf nog een hele wilt doen, schrijf je dan in voor Almere! Zo’n kindje slaapt toch veel, mama heeft nog zwangerschapsverlof en joh, slaap, dat is overgewaardeerd. Dat laatste behoeft misschien uitleg; een coach is in zijn vrije tijd gewoon de eigenwijze triatleet van om de hoek. Je snapt het, enkele dagen later is de inschrijving een feit. Het eerste behoeft voor de vaders onder ons geen uitleg, die hebben allemaal dit gemakzuchtige moment gekend.

Naast het zijn van triatleet (laten we het maar een lifestyle noemen) ben ik eigenaar van een prachtig fitnesscentrum in Aalsmeer, heb een bedrijf in personal training en ben ik bezig met het realiseren van een droom: het meest complete triathlonplatform van Nederland bouwen, destijds nog onder een andere naam dan Tri2one Coaching. Kan het nog mooier? Jazeker, In april 2015 zijn Petra en ik ook nog getrouwd. En een triatleet in april, dat is net een koe die in het voorjaar voor het eerst naar buiten mag, het kan niet op!

Anderhalve week kon het niet op. Karsten wilde kennelijk net zo graag de wijde wereld in als de koeien, maar hij was er nog lang niet klaar voor. Een krappe drie maanden te vroeg kwam onze zoon na complicaties zeer prematuur ter wereld. Je bent blij en tegelijkertijd stort alles in. Je stelt je veel voor bij het worden van papa, maar het scenario van kijken naar je zoontje aan slangen en monitoren, die elke minuut vecht voor zijn leven, heeft nooit de revu gepasseerd. Drie maanden gingen voorbij, waarop we iedere dag één tot drie bezoeken brachten aan het ziekenhuis. Drie maanden lang hadden we ons zoontje niet thuis. Thuis, waar we hem zo graag hadden gehad.

De (enigszins egoistische) triatleet op m’n schouder tikt me in deze periode aan. Psst. Hé. Heel vervelend allemaal, maar ga je nu óók je triatlon niet doen? Die hele die je zo graag wilde doen nog dit jaar? Zijn dan je trainingsuren in de winter “voor niets”? Denk eens aan de positieve kant van het verhaal? Je hebt goede nachtrust, je kan fietsen en rennen naar het ziekenhuis en wat verandert dit nu wezenlijk aan de Challenge Almere?

Als coach verklaar je dit stemmetje natuurlijk voor gek. Ieder mens verklaart dit stemmetje natuurlijk voor gek. Maar de triatleet was getriggerd: we gaan het doen, we gaan er vol in!

Met enige schaamte schrijf ik op dat ik een ruime week na de hectische geboorte de Triathlon van Ter Aar volbracht (oké, als mentaal wrak en broos als glas) en begin juli aan het nooit te vergeten ICAN Triathlonfeest deelnam. Wat erg prettig was is dat de race door de halve marathon van 16 km lekker vlot voorbij was en ik eerder naar het 5 minuten verderop gelegen ziekenhuis kon gaan waar Karsten langzaam een volgroeide baby werd. De deelnemers die van verder kwamen en de wegen niet als hun eigen broekzak kenden kregen misschien wel waar voor hun geld: het verkorte loopparcours was dan ongetwijfeld al goed gemaakt met de nodige extra fietskilometers.

Het lijkt er in juli 2015 steeds meer op dat het wonderbaarlijk genoeg volledig goed komt met ons zoontje en hij niets aan zijn vroeggeboorte zal overhouden. Hoe gelukkig we ons daarmee mogen prijzen zien we aan andere kindjes en ouders om ons heen in het ziekenhuis. Je leeft daar echt in een eigen “ community”.

Wel heb ikzelf al enkele maanden pijn aan m’n keel. Het heeft veel weg van keelontsteking, maar plots kan de pijn zich verplaatsen naar het oor, tong of een andere plek aan de rechterhelft van het gezicht. Zo snel als het opkomt kan het ook weer weg zijn. Hoe lullig voel je je dan ook als je wéér bij die huisarts zit met je klacht: “ja, nét had ik die pijn nog”. Je kent dat wel, ineens voel je jezelf die zeurkous die voor elk wissewasje in de wachtruimte van de huisarts zit. Elke smaak aan antibiotica heb ik geproefd in die maanden, maar de klachten bleven terugkomen. Zelfs m’n keelamandelen zijn verwijderd, maar ook dit mocht niet baten. Één ding heb ik zelf altijd zeer opmerkelijk gevonden: ik was nooit ziek. Ik had nooit koorts. Fysiek en sportief gezien was ik gewoon in vorm. Dit alles toeschrijven aan het runnen van drie bedrijven, een kindje op de intensive care hebben en naar de normen van de huisarts veel te veel sporten was dan ook een inkoppertje.

Tot ik na een acute aanval, die misschien nog het meeste wegheeft van onder 220 volt staan over m’n hele gelaat, met tranen bij de huisarts zat. Tranen van de immense pijn welteverstaan. Ik had geluk, Petra kon mee als tolk en ik trof een nog niet afgestudeerde arts in opleiding als invaller. Hij dacht dat ik weleens “aangezichtspijn” kon hebben. Een aandoening waarbij een ader in je gezicht een zenuw beklemt en je het gevoel doet geven onder stroom te staan. Eind juli kon ik terecht voor een MRI-scan om dit te constateren, of uit te sluiten.

Natuurlijk denk je dat het allemaal wel meevalt. De KNO-arts zegt dat. Je huisarts zegt dat. Je omgeving zegt dat. Zelf roep je dat dus net zo hard mee. En wat is het ergste dat er kan gebeuren? Aangezichtspijn, tegenwoordig met een relatief eenvoudige ingreep door de neurochirurg te verhelpen als ik Google mag geloven. Ik stapte 13 augustus dan ook gewoon de auto in, even tussen werk en trainingen door, alleen, gewoon om even de uitslag van de MRI in het Amstelland ziekenhuis op te halen.

Niets maar dan ook werkelijk niets had me op deze woorden voorbereid. In een kil dokters kamertje, met een vriendelijk doch ernstig kijkende neurologe die ik nog niet eerder had ontmoet. Zonder om de zaken heen te draaien start zij met de woorden “ik heb erg slecht nieuws helaas”. Ik reageer ietwat gelaten omdat je over deze mogelijkheid hebt nagedacht: oh, toch aangezichtspijn. Dat is vervelend. Zij kijkt echter onverminderd ernstig en vertelt verder: “uit de MRI-scan blijkt overduidelijk wat de oorzaak van jouw klachten is. Dit is helaas geen aangezichtspijn. Tegen jouw hersenstam zit een gezwel, een tumor, van inmiddels 3,5 centimeter in doorsnede. Het lijkt erop dat dit een goedaardig gezwel betreft, maar nader onderzoek is nodig om dit te kunnen bevestigen. Omdat we slechts een scan hebben weten we nog niets over de snelheid waarmee dit groeit en omdat we de aard van de tumor niet kennen weten we niet wat het behandelplan gaat zijn en óf er überhaupt een behandelplan is. Houd er in ieder geval rekening mee dat dit gezwel zich in een gebied bevindt met veel vitale functies en lastig te bereiken zal zijn”

De hersenstam is geel. De hier zichtbare en beklemde zenuwen zijn blauw en groen. Rood is wat er niet hoort te zijn..

Je leest het wel eens in boeken. Dat de tijd even stil lijkt te staan. Dat de wereld om je heen doorgaat, mensen praten, maar alles is wazig en je zit in je soort eigen tunnel. Ik zat er vol in. Het moment duurt misschien maar 3 seconden, maar in die tijd heb je jezelf tientallen vragen gesteld: wat nou als het kwaadaardig is? Ga ik dood? Hoe snel groeit dit? Is het te opereren? M’n zoontje is net een paar dagen thuis, hoe moet dit nu? M’n bedrijf en m’n droom? Kan ik nog sporten? Doe ik ooit nog een triathlon? Triathlon? Almere! Doe ik nog wel Almere?!

De emoties worden al snel teveel en ik breek. Noem het maar barsten. Van een blije papa in 2 minuten omgetoverd naar wrak, in tranen in de armen van een neurologe die je niet kent in een troosteloos ziekenhuis.

Deze middag heb ik uren op een terras in het centrum van Amstelveen doorgebracht. Alleen. Ik kón gewoon niet naar huis. Ik zou niet eens weten waar ik moet beginnen met vertellen. Ik ging alleen maar even de uitslag van de MRI halen.

Met mijzelf heb ik een fijne gesprekspartner aan dat tafeltje. Het is fijn om met iemand te praten die het altijd met je eens is nietwaar? Het ongeloof, de pijn en het verdriet blijft. Wat ook blijft is de enorme zorg en het verantwoordelijke gevoel voor Karsten, dat jochie dat net maanden keihard heeft geknokt om thuis bij mij, bij ons te zijn. Vreemde gewaarwording dat sporters de neiging hebben om “knokken” vrij gemakkelijk te vertalen naar sportieve uitdagingen. Het gesprek met mijzelf mondde dan ook vrij snel uit in de conclusie: jij gaat ábsólúút Almere doen en we gaan er met nog meer overgave in dan het plan al was. Wie weet is dit je laatste grote sportieve kunstje, grijp die kans met beide handen aan! Een paar minuten later nuanceer ik het gelukkig zelf: als de neuroloog en artsen geen extra gezondheidsrisico zien ga ik het doen.

Sporten is om deze reden zo mooi. Triathlon en de tot de sportieve verbeelding sprekende uitdagingen die schuilen in lange afstanden zijn daarom zo mooi. Het kan mensen sterken. Het kan mensen houvast bieden. Hoop bieden. Het biedt mensen afleiding van ons vaak drukke bestaan. Het creëert soms bijna een eigen fictieve wereld waarin je zelf de hoofdrolspeler bent én het scenario mag schrijven. Dit maakt sporten prachtig en groot. Zorg dat het sporten prachtig blijft en nooit te groot wordt.

Hoe mooi het ook klinkt, feit is dat je thuis komt met vreselijk nieuws dat inslaat als een bom. Voor mij is het ronduit vervelend, maar wanneer ik me bedenk wat dit betekent voor Petra en in de toekomst voor Karsten breekt je hart.

Twee weken te gaan voor de challenge Almere. De neuroloog en neurochirurg geven groen licht en zien geen extra risico’s. Ik ga het doen. Ondanks dit alles ga ik het doen. Dit gevoel laat me mezelf sterk voelen. Misschien te sterk oordeelt de coach en trainer in me. De triatleet wint.